Brief van minister Bussemaker (OCW) aan de Tweede Kamer met een beleidsreactie op het rapport ‘Meedoen is de Kunst’ van de Raad voor Cultuur.
Bij geen enkele opleiding in het hoger onderwijs is het rendement zo laag als in de kunstsector. Een kunststudente aan het hbo die na haar studie meteen aan het werk gaat, levert de Nederlandse schatkist gemiddeld pas na minimaal 35 jaar belasting betalen iets op. Bij een rechtenstudent aan de universiteit is dat al na acht jaar. Dat blijkt uit berekeningen van de Algemene Rekenkamer.
Bron: nu.nl
Amsterdam draait de bezuinigingen op kunst en cultuur terug. De coalitiepartijen D66, SP en VVD noemen cultuur een sterke economische motor; ze zijn van mening dat het de moeite loont om daarin te investeren. Volgens het bestuursakkoord wordt de cultuurbegroting vanaf 2017 met 7,6 miljoen euro verhoogd. Dat geld is vooral bedoeld voor kleinere kunstinstellingen en talentontwikkeling. Ook broedplaatsen en cultuur in de wijk krijgen aandacht. Kajsa Ollongren (D66) is de nieuwe wethouder van Economische Zaken, Kunst en Cultuur.
Het behoud en beheer van het Nederlandse erfgoed is momenteel geregeld in verschillende specifieke regelingen en wetten. In het conceptvoorstel voor een nieuwe Erfgoedwet voegt minister Bussemaker alle wetten en regelingen samen en voegt er enkele beschermingsmaatregelen aan toe. Hiermee wordt de uitvoering van de wetten eenvoudiger en is ons cultuurbezit beter beschermd.
DEN HAAG – De Tweede Kamer heeft op 10 juni het wetsontwerp stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob), kortweg de bibliotheekwet, aangenomen. Na behandeling in de Eerste Kamer zal de bibliotheekwet vanaf 1 januari 2015 van kracht worden. De bibliotheekwet regelt de digitalisering van de openbare bibliotheek en zorgt voor structurele financiering daarvan door de Rijksoverheid.
In deze wet zijn de functies en voorwaarden vastgelegd waaraan een openbare bibliotheek moet voldoen. Ook is de digitalisering van de openbare bibliotheken in de bibliotheekwet geregeld. Dit wordt centraal belegd bij Koninklijke Bibliotheek (KB). Naast deze taak krijgt de KB de zorg voor de stelselbewaking en -coördinatie van openbare bibliotheken en de verantwoordelijkheid voor het stelsel van voorzieningen voor mensen met een leeshandicap.
Vijf functies en maatschappelijke rol
De Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) vindt het belangrijk dat deze wet er komt. Ondanks dat er geen verplichting voor de gemeente in de wet is opgenomen om een bibliotheek te hebben, biedt de wet aanknopingspunten voor goede en vernieuwende openbare bibliotheken voor de zes miljoen gebruikers in wijken, dorpen en steden in Nederland. De vijf functies waaraan een openbare bibliotheek moet voldoen, bieden een goede basis voor vernieuwing van de bibliotheek en de maatschappelijke rol die de bibliotheek meer en meer aan het vervullen is.
Ap de Vries (directeur van de Vereniging van Openbare Bibliotheken):
“Wij vinden het belangrijk dat de bibliotheekwet er komt, omdat deze waarborgt dat de overheden gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het netwerk van bibliotheken. Minister Bussemaker van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zei in het debat over de wet dat ze ervan overtuigd is dat de overheden die rol niet lichtzinnig nemen. En dat periodiek overleg tussen de overheden zoals de wet dit voorschrijft, gevoed door de bibliotheken, bijdraagt aan een goed functionerend stelsel van openbare bibliotheken. De verantwoordelijkheid die de Koninklijke Bibliotheek hiervoor gaat dragen schept vertrouwen bij de branche.”
De afgelopen vier jaar nam het aantal galeries in naoorlogse kunst in Nederland met 14 procent af. De werkgelegenheid in de sector kromp met 22 procent, de brancheomzet daalde met 27 procent. Dit blijkt uit brancheonderzoek van de Nederlandse Galerie Associatie (NGA), dat met steun van het ministerie van OCW en het Mondriaan Fonds werd verricht. Vergeleken met 2010, het jaar van het vorige brancheonderzoek, telt Nederland tachtig galeries minder. Een belangrijke oorzaak van de neergang is het instorten van de zakelijke markt, aldus de NGA.
Bron: NRC Handelsblad
In reactie op de behandeling van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen op 15 mei 2014 hebben de Vereniging van Letterkundigen (VvL) en het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) gezamenlijk een brief gestuurd aan minister Bussemaker van OCW. In deze brief uiten de organisaties hun zorgen over een mogelijke onevenredige marktverstoring, waardoor auteurs, uitgevers en bibliotheken worden belemmerd in hun mogelijkheden om samen tot creatieve en innovatieve oplossingen te komen voor het uitlenen van e-books via bibliotheken in Nederland.
Zelf een verzekeraar zoeken voor de kosten van de Ziektewet (ZW) is voor uw organisatie mogelijk een goed alternatief voor de publieke verzekering bij UWV. Door het zogenoemde eigenrisicodragerschap (ERD) kan uw werkgever besparen op de kosten van de ZW. Besluit hij om een overstap te maken van de verzekering bij UWV naar ERD of andersom, dan heeft uw OR of PVT recht op een adviesaanvraag.
Belastingrente is de rente die de belastingdienst vergoed of in rekening brengt als na afloop van een jaar nog belasting verschuldigd is. De rente wordt berekend vanaf 1 juli na het belastingjaar. Voor het jaar 2013 wordt dus rente berekend vanaf 1 juli 2014. De rente die berekend wordt voor de inkomstenbelasting bedraagt op dit moment 4% en voor de vennootschapsbelasting zelfs 8%!
Er wordt door de belastingdienst alleen rente vergoed als de fiscus er langer dan 3 maanden over doet om een aanslag met een terug te geven bedrag op te leggen én deze aanslag wordt na 1 juli van het belastingjaar opgelegd.
Om te voorkomen dat u deze hoge belastingrente moet voldoen is het van belang tijdig een voorlopige aanslag aan te vragen. Mocht u naar verwachting over 2013 nog belasting bij moeten betalen is het van belang op korte termijn een voorlopige aanslag aan te vragen. Indien de aanslag nog voor 1 juli wordt opgelegd hoeft er geen belastingrente betaald te worden.
Bron: Belastingdienst.nl
Onlangs werden de bedragen bekendgemaakt die in de tweede helft van 2014 gelden voor het minimumloon en daarvan afgeleide minimumjeugdloon. Het minimumloon voor werknemers vanaf 23 jaar stijgt met 0,65% naar € 1.495,20 bruto per maand.
Lees verder op Rendement.nl (bron).