DEN HAAG – De Tweede Kamer heeft op 10 juni het wetsontwerp stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob), kortweg de bibliotheekwet, aangenomen. Na behandeling in de Eerste Kamer zal de bibliotheekwet vanaf 1 januari 2015 van kracht worden. De bibliotheekwet regelt de digitalisering van de openbare bibliotheek en zorgt voor structurele financiering daarvan door de Rijksoverheid.
In deze wet zijn de functies en voorwaarden vastgelegd waaraan een openbare bibliotheek moet voldoen. Ook is de digitalisering van de openbare bibliotheken in de bibliotheekwet geregeld. Dit wordt centraal belegd bij Koninklijke Bibliotheek (KB). Naast deze taak krijgt de KB de zorg voor de stelselbewaking en -coördinatie van openbare bibliotheken en de verantwoordelijkheid voor het stelsel van voorzieningen voor mensen met een leeshandicap.
Vijf functies en maatschappelijke rol
De Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) vindt het belangrijk dat deze wet er komt. Ondanks dat er geen verplichting voor de gemeente in de wet is opgenomen om een bibliotheek te hebben, biedt de wet aanknopingspunten voor goede en vernieuwende openbare bibliotheken voor de zes miljoen gebruikers in wijken, dorpen en steden in Nederland. De vijf functies waaraan een openbare bibliotheek moet voldoen, bieden een goede basis voor vernieuwing van de bibliotheek en de maatschappelijke rol die de bibliotheek meer en meer aan het vervullen is.
Ap de Vries (directeur van de Vereniging van Openbare Bibliotheken):
“Wij vinden het belangrijk dat de bibliotheekwet er komt, omdat deze waarborgt dat de overheden gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het netwerk van bibliotheken. Minister Bussemaker van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zei in het debat over de wet dat ze ervan overtuigd is dat de overheden die rol niet lichtzinnig nemen. En dat periodiek overleg tussen de overheden zoals de wet dit voorschrijft, gevoed door de bibliotheken, bijdraagt aan een goed functionerend stelsel van openbare bibliotheken. De verantwoordelijkheid die de Koninklijke Bibliotheek hiervoor gaat dragen schept vertrouwen bij de branche.”