Cultuur en staatssteun

In art. 167 lid 1 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) staat dat de Unie bijdraagt tot de ontplooiing van de culturen van de lidstaten. Maar omdat culturele activiteiten vaak niet winstgevend zijn, kan de kwaliteit en kwantiteit van het culturele aanbod in een lidstaat in de praktijk vaak niet verzekerd worden zonder overheidssteun.

Voorheen ging de Europese Commissie eerst na of een steunmaatregel ter bevordering van cultuur staatssteun zou opleveren en, zo ja, of de maatregel voldeed aan de vereisten uit art. 107 lid 3d VWEU. Decentrale overheden moesten zulke steunmaatregelen dus altijd eerst ter beoordeling bij de Commissie aanmelden.
Woensdag 21 mei heeft de Europese Commissie De Nieuwe Algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV) aangenomen. De AGVV is herzien in het kader van de modernisering van de staatssteunregels. De nieuwe AGVV treedt in werking op 1 juli 2014.

De nieuwe AGVV staat zowel investerings- als exploitatiesteun voor cultuur en cultureel erfgoed toe (artikel 53). Onder investeringssteun vallen bijvoorbeeld de kosten voor de bouw of modernisering van cultuurvoorzieningen. Onder exploitatiesteun vallen onder ander de kosten voor tentoonstellingen, uitvoeringen en evenementen en voor personeel dat in de culturele instelling werkzaam is.

Zie voor een voorbeeld: Hoe netto-inkomsten museum berekenen conform vrijstelling cultuursteun in nieuwe AGVV?